[ENG]
I still haven’t found the time to mount your little sculpture ‘conative’ on the wall. Although you have given me a metal plinth to screw to the wall. It’s still sitting here on this cupboard. Every day I walk past it several times, I look at it, and walk on again. Or it also happens that I retrace my steps, to take a closer look. That pin unsettles me every time, something between voodoo and acupuncture. I often wonder why I am so fascinated by this thing. Yes, a thing, it’s good to refer to a sculpture as a thing sometimes. It is probably the simplicity, or better yet, the efficiency of this little work. Two forms cast in concrete lean against each other with their undersides, held together by a wide transparent tape. Where the forms touch, they disconnect from the surface on which they rest, there is a breath of space beneath the two forms. The two forms mirror each other, a concrete echo separated by a wafer-thin layer of foam, a Rorschach in concrete. Up close, you can see cavities in the cast concrete, as if beetles had made their way into the hard material. I could dig even deeper, descend even further into what this work gives me. The work seems like a refuge. But let me conclude by describing it as the end result of a series of actions, decisions made consciously or intuitively by Leen Van Tichelen. Concrete, adhesive tape, foam and a pin have, in some order, led to ‘conative’. I just read on the internet that conative ‘is the designation of what one wants, intends or is inclined to do in relation to a certain object.’ In line with the meaning of the Latin verb ‘conare’, also meaning ‘to take a run-up’.’ In my experience of the work, I too took a run-up, a different run-up admittedly than Leen Van Tichelen took to arrive at the work, but walking a similarly winding path. For me, the work ‘conative’ encompasses a lot of aspects of Leen Van Tichelen’s oeuvre. It is a searching without finding, it is ordering, appreciating, articulating, outlining, exploring, doing, living, experiencing,.… Whether it is work on paper, or sculptures or installations, in my opinion, the main material that Leen Van Tichelen employs is coincidence, and managing to embrace coincidence into something that produces stilled forms of beauty. Leen Van Tichelen’s oeuvre is like a second skin. All the works add up to a body, a corpus of forms and images in which the artist’s actions are tangible and palpable. The artist often uses plastic boxes as moulds for the concrete forms. Those banal plastic, often ribbed boxes are used to preserve something, to hold something, even if only temporarily. With Leen Van Tichelen, their fleetingness and banality are used to celebrate space and time, those two things that form a foundation for enabling life in itself, and life with others. Leen Van Tichelen stacks, leans, repeats, moves,.… to take away the knowing from what we think we know.
Philippe Van Cauteren, Beaufai 14 juli 2023
[NL]
Ik heb nog altijd niet de tijd gevonden om jouw kleine sculptuur ‘conative’ aan de wand te bevestigen. Nochtans had je me een metalen plint meegegeven om aan de muur te schroeven. Het staat hier nog steeds op een kast. Elke dag loop ik er meermaals langs, ik kijk er naar, en loop weer verder. Of het gebeurt ook dat ik op mijn stappen terugkom, om nog eens beter te kijken. Die speld verontrust me elke keer, iets tussen voodoo en acupunctuur. Ik vraag me vaak af waarom ik zo gefascineerd ben door dit ding. Jawel, een ding, het is goed om een sculptuur soms ook eens als ding te benoemen. Het is waarschijnlijk de eenvoud, of beter nog, de efficiëntie van dit kleine werk. Twee in beton gegoten vormen leunen met de onderkant tegen elkaar, samengehouden door een brede transparante plakband. Waar de vormen elkaar raken komen ze los van het oppervlak waarop ze rusten, er is een zucht ruimte onder de twee vormen. De twee vormen zijn elkaars spiegel, een concrete echo van elkaar gescheiden door een flinterdun laagje foam, een Rorschach in beton. Van dichtbij zie je holtes in het gegoten beton, alsof kevers zich gangen gemaakt hebben in het harde materiaal. Ik zou nog dieper kunnen graven, nog verder kunnen afdalen in wat dit werk me geeft. Het werk lijkt wel een schuilplaats. Maar laat het me afrondend omschrijven als het eindgevolg van een reeks handelingen, bewust of intuïtief genomen beslissingen van Leen Van Tichelen. Beton, plakband, foam en een speld hebben in een bepaalde volgorde geleid tot ‘conative’. Ik lees net op het internet dat conatief ‘de aanduiding is van hetgeen men wil, van plan is of waartoe men geneigd is met betrekking tot enig object. In overeenstemming met de betekenis van het Latijnse werkwoord ‘conare, dat ook ‘een aanloop nemen’ betekent.’ In mijn beleving van het werk heb ook ik een aanloop genomen, een andere aanloop weliswaar dan Leen Van Tichelen om tot het werk te komen, maar wandelend op een gelijkaardig kronkelend pad. Voor mij omvat het werk ‘conative’ veel aspecten van het oeuvre van Leen Van Tichelen. Het is een zoeken zonder te vinden, het is ordenen, waarderen, articuleren, uitzetten, verkennen, doen, leven, beleven,…. Of het nu om werk op papier gaat, of het om sculpturen of installaties gaat, het belangrijkste materiaal dat Leen Van Tichelen in mijn aanvoelen hanteert is toeval, en het toeval weten te omarmen tot iets wat verstilde vormen van schoonheid oplevert. Het oeuvre van Leen Van Tichelen is als een tweede huid. Alle werken opgeteld is het een lichaam, een corpus van vormen en beelden waarin de handeling van de kunstenaar voelbaar en tastbaar is. Vaak gebruikt de kunstenaar plastic doosjes als mal voor de betonnen vormen. Die banale plastic vaak geribbelde doosjes zijn er om iets te bewaren, om iets vast te houden, al was het tijdelijk. Bij Leen Van Tichelen wordt de vluchtigheid en banaliteit ervan gebruikt om ruimte en tijd te vieren, die twee dingen die een basis zijn om leven op zichzelf, en leven met de ander mogelijk te maken. Leen Van Tichelen stapelt, leunt, herhaalt, beweegt,…. om dat wat we denken te kennen van weten te ontdoen.
Philippe Van Cauteren, Beaufai 14 juli 2023